Overslaan en naar de inhoud gaan

Generatie overslaan

‘Dat heb je van je oma geërfd’ of: ‘de ziekte slaat in onze familie een generatie over’ hoor je misschien wel eens. Ouders geven via hun genen eigenschappen aan hun kinderen door. En zij weer aan hun kinderen. Zo kun je eigenschappen hebben die je grootouders of verre voorouders ook hadden.

Genen slaan geen generatie over

Hebben jij en je oma (of opa) dezelfde erfelijke ziekte, maar je moeder (of vader) niet? Soms lijkt het alsof een erfelijke ziekte een generatie overslaat. Maar erfelijke ziektes erf je via genen. En genen kunnen geen generatie overslaan. Genen kun je alleen erven via je ouders. En wat je niet hebt, kun je ook niet doorgeven.

Erfelijke ziektes in de familie

Soms zit er een erfelijke ziekte in een familie. Dan heb je misschien kans om deze te erven. Ouders kunnen een erfelijke ziekte aan hun kind doorgeven. Hoe groot die kans is, verschilt per ziekte. Je kunt ook een erfelijke ziekte hebben die je opa of oma ook heeft. Dat heb je dan toch via je vader of moeder gekregen.

Wel de aanleg, niet de ziekte

Je kunt een erfelijke aanleg voor een ziekte hebben en toch de ziekte niet krijgen. Bijvoorbeeld bij erfelijke aanleg voor kanker. Niet iedereen met de aanleg (mutatie) krijgt kanker. Het kan dan lijken alsof de aandoening een generatie heeft overgeslagen. Maar de afwijking in het gen slaat geen generatie over.

Ziekte op latere leeftijd

Sommige erfelijke ziektes krijg je niet als kind al, maar pas als je wat ouder bent. Bijvoorbeeld de ziekte van Huntington. Iemand met de aanleg voor zo’n ziekte, kan ook aan iets overlijden vóórdat hij of zij die ziekte krijgt. Maar omdat de aanleg er is (door een afwijking in een gen) kunnen kinderen deze aanleg ook hebben en later wel ziek worden. Dan lijkt het alsof de ziekte de generatie van de vader of moeder heeft overgeslagen, maar dat is niet zo. De ouder is niet ziek geworden, maar had wel de afwijking in het gen van zijn of haar ouders gekregen. 

Ziekte bij jongens

Sommige ziektes komen vooral bij jongens voor, dit zijn X-gebonden recessieve aandoeningen. Bijvoorbeeld hemofilie. Meisjes en vrouwen kunnen wel drager zijn, maar hebben meestal geen klachten.
Soms zijn er in een familie mannen met een X-gebonden recessieve ziekte. Als er in de volgende generatie alleen maar meisjes geboren worden, dan komt de aandoening bij de meisjes niet voor. Als die meisjes later zelf zoons  krijgen met deze aandoening, lijkt het alsof de ziekte een generatie heeft overgeslagen. Maar de meisjes, die geen klachten hebben, kunnen de afwijking in het gen wel doorgeven aan hun kinderen. Van hun kinderen hebben alleen de zoons de ziekte.  

Niet doorgeven

Zit er een erfelijke aanleg (afwijking in een gen) in jouw familie? Dan kan met DNA onderzoek uitgezocht worden of jij die afwijking in het gen ook hebt. Als dat niet zo is, kun je het  niet doorgeven aan je kinderen.

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.