Overslaan en naar de inhoud gaan

Oculofaryngeale spierdystrofie (OPMD)

Bij oculofaryngeale spierdystrofie (OPMD) krijgt iemand hangende bovenste oogleden en moeite met slikken. Dit komt, omdat er spiercellen afgebroken worden. Daardoor worden de spieren van vooral de bovenste oogleden en de keel zwakker. De oorzaak is een fout in een gen.

De klachten beginnen meestal na het 40ste levensjaar. De klachten ontstaan meestal heel langzaam en worden ook langzaam erger.

Meestal gaan de spieren van de bovenste oogleden van allebei de ogen hangen. Dit heet ptosis. Dit kan in de loop van de tijd erger worden. Iemand kan dan minder goed gaan zien en minder goed de ogen bewegen. Als de spieren in de keel zwakker worden, krijgt iemand moeite met slikken. Eerst wordt het moeilijker om vast voedsel door te slikken, later ook vloeistof. Verder kan de tong minder goed gaan bewegen. Iemand kan dan ook problemen krijgen met praten. Ook kunnen de spieren van de schouders, bovenbenen en heupen langzaam minder sterk worden.

Heel weinig mensen met OPMD krijgen ernstige spierklachten voordat ze 45 jaar zijn en moeite met lopen zonder hulpmiddelen als ze 60 zijn.
Vaak hebben deze mensen ook problemen met de zenuwen (neuropathie) en psychische problemen zoals problemen met denken en depressie.

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN